English
Deutsch
Français
Português
Español
Italiano
日本語
Nederlands
Suomi
Svenska
Dansk
Norsk
Íslenska
Talen
Contact

Top 100 Hindi woorden

Wij geloven dat je eerst de belangrijkste Hindi woorden moet leren om je reis op weg naar vloeiend Hindi spreken op de juiste manier te beginnen. De Hindi woordenlijst hieronder bevat 100 van de meest gebruikte Hindi woorden. Bekijk voor meer van dat soort woordenschat ons gele Hindi woordenschatboek aan het einde van deze pagina.
< Leer Hindi
Hindi woordenschat 1-20
Hindi woordenschat 21-60
Hindi woordenschat 61-100


Hindi woordenschat 1-20


NederlandsHindi  
ik in het Hindiमैं (maian)
je/jij in het Hindiआप (āpa)
hij in het Hindiवह (vaha)
zij in het Hindiवह (vaha)
het in het Hindiयह (yaha)
we/wij in het Hindiहम (hama)
jullie in het Hindiआप (āpa)
zij in het Hindiवे (ve)
wat in het Hindiक्या (kyā)
wie in het Hindiकौन (kauna)
waar in het Hindiकहाँ (kahā)
waarom in het Hindiक्यों (kyoan)
hoe in het Hindiकैसे (kaise)
welke in het Hindiकौन सा (kaun sā)
wanneer in het Hindiकब (kaba)
dan in het Hindiतब (taba)
als in het Hindiअगर (agara)
echt in het Hindiवास्तव में (vāstav mean)
maar in het Hindiलेकिन (lekina)
omdat in het Hindiक्योंकि (kyoanki)
Ling App Ad
Ling App Ad
Advertisement

Hindi woordenschat 21-60


NederlandsHindi  
niet in het Hindiनहीं (nahīan)
deze in het Hindiयह (yaha)
Ik heb dit nodig in het Hindiमुझे इसकी जरूरत है (muze isakī jarūrat hai)
Hoeveel kost dit? in het Hindiयह कितने का है? (yah kitane kā hai?)
dat in het Hindiउस (usa)
alle in het Hindiसब (saba)
of in het Hindiया (yā)
en in het Hindiऔर (aura)
weten in het Hindiजानना (jānanā)
Ik weet het in het Hindiमुझे पता है (muze patā hai)
Ik weet het niet in het Hindiमुझे नहीं पता (muze nahīan patā)
denken in het Hindiसोचना (sochanā)
komen in het Hindiआना (ānā)
zetten in het Hindiरखना (rakhanā)
nemen in het Hindiलेना (lenā)
vinden in het Hindiढूँढ़ना (ḍhūḍhanā)
luisteren in het Hindiसुनना (sunanā)
werken in het Hindiकाम करना (kām karanā)
praten in het Hindiबात करना (bāt karanā)
geven in het Hindiदेना (denā)
leuk vinden in het Hindiपसंद करना (pasanda karanā)
helpen in het Hindiमदद करना (madad karanā)
houden van in het Hindiप्यार करना (pyār karanā)
bellen in het Hindiकॉल करना (kol karanā)
wachten in het Hindiप्रतीक्षा करना (pratīkṣhā karanā)
Ik vind je leuk in het Hindiमुझे आप पसन्द हैं (muze āp pasanda haian)
Ik vind dit niet leuk in het Hindiमुझे यह पसंद नहीं है (muze yah pasanda nahīan hai)
Hou je van mij? in het Hindiक्या आप मुझसे प्रेम करते हैं? (kyā āp muzase prem karate haian?)
Ik hou van jou in het Hindiमुझे आपसे प्रेम है (muze āpase prem hai)
0 in het Hindiशून्य (shūnya)
1 in het Hindiएक (eka)
2 in het Hindiदो (do)
3 in het Hindiतीन (tīna)
4 in het Hindiचार (chāra)
5 in het Hindiपांच (pāancha)
6 in het Hindiछह (chhaha)
7 in het Hindiसात (sāta)
8 in het Hindiआठ (āṭha)
9 in het Hindiनौ (nau)
10 in het Hindiदस (dasa)
101 Ad
101 Ad
101 Ad
Advertisement

Hindi woordenschat 61-100


NederlandsHindi  
11 in het Hindiग्यारह (gyāraha)
12 in het Hindiबारह (bāraha)
13 in het Hindiतेरह (teraha)
14 in het Hindiचौदह (chaudaha)
15 in het Hindiपंद्रह (pandraha)
16 in het Hindiसोलह (solaha)
17 in het Hindiसत्रह (satraha)
18 in het Hindiअठारह (aṭhāraha)
19 in het Hindiउन्नीस (unnīsa)
20 in het Hindiबीस (bīsa)
nieuw in het Hindiनया (nayā)
oud in het Hindiपुराना (purānā)
weinig in het Hindiकुछ (kuchha)
veel in het Hindiअनेक (aneka)
hoeveel? in het Hindiकितना? (kitanā?)
hoeveel? in het Hindiकितने? (kitane?)
fout in het Hindiगलत (galata)
correct in het Hindiसही (sahī)
slecht in het Hindiबुरा (burā)
goed in het Hindiअच्छा (achchhā)
gelukkig in het Hindiखुश (khusha)
kort in het Hindiछोटा (chhoṭā)
lang in het Hindiलंबा (lanbā)
klein in het Hindiछोटा (chhoṭā)
groot in het Hindiबड़ा (baḍaā)
daar in het Hindiवहाँ (vahā)
hier in het Hindiयहाँ (yahā)
rechts in het Hindiदाएं (dāean)
links in het Hindiबाएं (bāean)
mooi in het Hindiसुंदर (suandara)
jong in het Hindiयुवा (yuvā)
oud in het Hindiबूढ़ा (būḍhā)
hallo in het Hindiनमस्ते (namaste)
tot later in het Hindiबाद में मिलते हैं (bād mean milate haian)
oké in het Hindiठीक है (ṭhīk hai)
wees voorzichtig in het Hindiअपना ध्यान रखें (apanā dhyān rakhean)
maak je geen zorgen in het Hindiचिंता मत करो (chiantā mat karo)
natuurlijk in het Hindiबेशक (beshaka)
goedendag in het Hindiआपका दिन अच्छा हो (āpakā din achchhā ho)
Hoi in het Hindiनमस्ते (namaste)



Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Hindi

Leer Hindi - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Leer Hindi - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Meer Informatie
Hindi vocabulaireboek

Hindi vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Hindi woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.
Meer Informatie


Flashcards Hindi

Flashcardo

Gratis Hindi Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren
Meer

Gratis Leermaterialen

Hindi cijfers
Hindi dieren
Top 100 Hindi woorden leren
Lichaam in het Hindi
Hindi maanden en dagen
Hindi zinnen
Hindi vraagwoorden
Hindi werkwoorden
Familieleden in het Hindi
60 banen in het Hindi
Eten en drinken in het Hindi
Bijvoeglijke naamwoorden in het Hindi
Landen in het Hindi
Sporten in het Hindi
Zakendoen in het Hindi
Kleding in het Hindi
Winkelen in het Hindi
Vervoer in het Hindi
Muziek in het Hindi
Natuur en weer in het Hindi